De bel gaat. Er staat een nieuwe leerling voor de deur. Lisa. Ze komt voor de eerste keer op bijles en is duidelijk erg zenuwachtig. Logisch. Altijd eng, zo’n eerste ontmoeting.
Maar na verloop van tijd smelt het ijs en zitten we regelmatig samen om dingen te lachen. Ze werkt heel hard, doet ontzettend haar best en langzaam maar zeker gaat haar Engels vooruit. Zelf vindt ze van niet. Dus werkt ze nog harder. Haar cijfers worden beter, maar ze is niet tevreden, want er staat sneller dan ze wil, een grote beer op haar weg die haar zelfvertrouwen in één klap vernietigt. Spreekvaardigheid. Het ergste van alles. Haar zenuwen nemen het over. De stellingen die ze wel of niet moet verdedigen liggen voor haar. Af en toe staan er tranen in haar ogen van angst, maar ze gaat door en door en door. Ze leert haar argumenten voor of tegen de stellingen uit haar hoofd. Zelf geschreven. Succesmomenten worden daarbij afgewisseld door teleurstellingen. Haar woorden laten het regelmatig afweten, ze weigeren mee te werken en verstoppen zich in haar hoofd. Hoe gaan we die woorden leren zich te gedragen?
We besluiten samen de meiden met wie ze haar spreektoets Engels straks doet uit te nodigen voor een oefening hier thuis. In de praktijk. Met elkaar.
Het verloopt moeizaam. Een van de meiden neemt vaak het woord, is goed in Engels maar laat te weinig ruimte aan de anderen. Het grote gevaar tijdens dit soort toetsen. Lisa blokkeert en is in tranen. De woorden in haar hoofd hebben zich volledig ingegraven. Wat een harde leerschool.
De bel gaat. Mijn volgende leerling staat op de stoep. Bas. Ik laat hem binnen en vraag Lisa of ze nog een uurtje wil blijven. De andere meiden vertrekken. Bas komt ook om zijn spreekvaardigheid Engels te oefenen. Ik besluit ze bij elkaar te zetten. Ze kennen elkaar alleen van gezicht. Bas heeft woorden die zich niet verstoppen. Die dartelen naar buiten en dat helpt. Lisa gaat praten. Eerst een zin, dan volgen er meer. Het lukt. Bas laat haar praten. Hij stelt af en toe een vraag. Het wordt een echte discussie. Haar tranen verdwijnen en er komt een klein lachje. Wat een opluchting. Ik kan mijn oren niet geloven. Hoera! Dit had ze nodig! Haar woorden zijn uitgegraven. Zij is ze de baas. De overwinning is voor haar. Ze kan vol vertrouwen haar mondeling Engels in.
Lisa, een leerling om nooit te vergeten.