van een optisch instrument
13 december
Ik ben Happy en zit in de trein naar Brussel. Nou ja, zit. Vrouw zit en ik sta. Op haar neus wel te verstaan. Net nog gepoetst. Ze is weer op reis en ik dus ook. Voor één dag. Morgen weer terug. Het heeft iets met een voorstelling of zo te maken. Sneeuwwitje maar dan omgekeerd. Snap ik echt niets van. We zullen zien.
14 december
Weer terug naar Houten. Prachtige voorstelling gezien gisteravond. Mijn glazen glommen. Nu schijnt de zon. Word ik altijd wat onrustig van. Soms moet ik dan plaatsmaken voor Sunny. Dat doe ik niet graag. Sunny is saai én jonger en nog in goede doen. Gelukkig komt het niet zo ver. De zon was er maar even.
15 december
In de auto met een jonge vrouw die maar 5% ziet. De ogen van Man doen het werk. Hij brengt haar naar Amersfoort en Vrouw en ik gaan voor de gezelligheid mee. Zij wacht op een paar hondenogen die het kijken van haar overnemen. Het klinkt ongemakkelijk als ze haar werk als overzichtelijk beschrijft en zegt dat ze wel ‘ziet’ wanneer haar hond komt.
16 december
Daar gaat Vrouw weer. Hardlopen. Elke zaterdagochtend. Tussen de tien en twintig kilometer. Dan word ik vervangen door Sporty. Die houdt zich steviger aan haar vast. Vermoeiend. Sportfanaten. Maar lekker uitslapen voor mij.
17 december
Wat ik nog zeggen wil. We zijn overal geweest en overal gezien. Van Albanië tot IJsland. Wij vallen op. Mensen spreken ons aan. Wat prachtig, wat kleurrijk, wat een lef, tof dat je dat durft, zo leuk, welke winkel, mag ik het adres of anders je brilnummer? Vrouw zegt altijd dat ze wat meer vrolijkheid met mij wil brengen. Dat lukt ons aardig samen. Wat een goed stel.
Liefs Happy