Als oktober gaat beginnen, voel ik me altijd wat onrustig. Het is de maand dat ik jarig ben, dus tijd voor een feestje. Want een feestelijke dag moet het worden. Dat staat vast. Maar hoe?
Bij ons thuis werden de verjaardagen altijd goed gevierd. Wij kregen volop cadeaus en natuurlijk was er taart. Oma en de ooms en tantes kwamen altijd op een andere dag. Zij kregen naast taart ook een borrel, toastjes en sigaretten. Als zij naar huis gingen, was de achterkamer volledig gevuld met rook en moest er eerst flink gelucht worden voordat je weer normaal kon ademen.
Toen wij ouder werden, mochten er wat vriendjes en vriendinnetjes komen. Weer was er taart en werden er spelletjes gespeeld. De sjoelbak kwam altijd tevoorschijn en als het maar even kon, stuurde mijn moeder ons daarna op vriendelijke toon naar buiten. Dan gingen wij touwtje springen of boompje verwisselen. Het fijne van je eigen verjaardagsfeestje was dat je de spelletjes die je stom vond niet hoefde te doen. Ik had altijd een hekel aan stoelendans of aan een knoop aan elkaar doorgeven tot de muziek stopte. Véél te spannend.
Helemaal erg waren de spelletjes met blinddoek die vaak op de verjaardagsfeestjes van vriendinnetjes werden gedaan. Het ergste waren de bakjes met dingen erin die je moest voelen en daarna moest benoemen. Het was natuurlijk een sport om daar de meest vieze dingen in te doen. Zo herinner ik me dat in een van de bakjes die ik voor me kreeg iets zachts en glibberigs zat. Geen flauw idee. ‘Koeienogen’ werd er schaterlachend geroepen. Dat kwam hard binnen. Toen mijn blinddoek af was, bleek het gelukkig groene zeep te zijn. Er was ook een variant dat je, met blinddoek op, allerlei dingen moest proeven. Net zo erg. Die hebben mijn feestprogramma dus nooit gehaald.
Later ging ik met een groep vriendinnen naar de film of luisterden wij naar onze favoriete muziek boven op mijn kamer. Mijn broer draaide The Mothers of Invention, mijn zus Simon & Garfunkel en ik was met mijn vriendinnen verwikkeld in een strijd over wie nu beter waren: de Rolling Stones of de Beatles. De eerste sigarettenrook kwam voorzichtig mijn kamer binnen.
Daarna verplaatsten de verjaardagsfeestjes zich van het ouderlijk huis naar de studentenkamers. Het werd borrelen en eten of eten en borrelen en daarna wéér eten en borrelen of alleen maar borrelen. Het was niet altijd even duidelijk. Oma was al lang overleden en er kwamen geen ooms en tantes meer. Wij vulden nu zelf de kamer met de rook van onze zelf gerolde sigaretten.
De kroonjaren werden wat uitgebreider gevierd met dansfeesten, live muziek of een dj. De sigarettenrook verdween langzaam maar zeker weer uit de ruimtes. Toen ik 40 werd, was het feest niet meer thuis maar op een plek waar geswingd kon worden. Naast familie en vrienden kwamen er ook sympathieke collega’s met wie het contact vaak als vriendschap voelde want dansen doe je met zoveel mogelijk. Op mijn 50ste, 60ste en 65ste werd er ook gedanst. Bijna iedereen deed mee.
Nu staat er weer een kroonjaar voor de deur. Het moet een feestdag worden en ook dit jaar zijn er weer die vragen: maar hoe, waar en met wie?
Hoe, waar en met wie dan ook: het wordt ongetwijfeld weer een leuk feestje! 🥳🎈🎉