Print Friendly, PDF & Email

Zaterdagmiddag. De jongen uit de hardloopclub staat voor de deur. Hij komt wat ophalen. In zijn hand heeft hij een bakje kibbeling. Mag ik dit hier opeten?  Samen eten is veel gezelliger, zegt hij. Ik geef hem wat brood en een mandarijn. Hij vertelt over de baas van de viskraam die geen geduld had en hem boos wegstuurde toen hij om een tasje vroeg. De tranen staan in zijn ogen.  Hij vertelt over zijn paniekaanvallen en zegt net iets te vaak dat ze nu minder zijn en dat alles goed komt. Hij heeft vijf broers en allebei z’n ouders nog, maar niet hier. Ver weg. Hij is alleen. Een vriend zorgt nu en dan voor hem. Intussen blijven zijn paniekaanvallen komen. Het hardlopen helpt hem. Tijdelijk.

Na een uur wordt hij onrustig. Mag ik weg?  Mag? Natuurlijk. En daar gaat hij. Met zijn ziel onder zijn arm het grijze weer in. De kibbeling is op.

Het is zondag. Mijn laatste Leergeldbezoek van dit jaar. We hebben de tijd. Het jonge stel is blij. Zij is zwanger. Veel kan ik nog niet voor ze doen. Ze hoeven nog geen fiets of zwemles, laat staan een laptop. Alleen een babypakket regelen. Het is gezellig. We hebben het over Nederland en de gewoontes die soms zo anders zijn.  Ik vraag hem wat hij van de Nederlandse gewoontes vindt. Ik verwacht dat hij dat eeuwige ene koekje bij de koffie noemt. Maar nee, hij denkt even na en zegt dan: ‘als er hier iemand jarig is, moet hij altijd zijn eigen feestje organiseren. Vrienden uitnodigen, inkopen doen en de slingers ophangen. Wij zijn het anders gewend. Als wij jarig zijn, organiseren onze vrienden een feest voor ons. Daar hoeven we zelf niets voor te doen.’ Verbaasd kijk ik hem aan. Veel leuker!

Ze wonen in een piepklein huis, ingericht met tweedehands spullen. Ze zijn gelukkig met wat ze hebben. Hij werkt zich een slag in de rondte om zijn eigen geld te verdienen. Het lukt hem maar net. Zijn maandsalaris is afhankelijk van het aantal uren dat hij werkt. In het land waar hij vandaan komt, heeft hij accountancy gestudeerd. Zijn Engels is vloeiend. Door de oorlog heeft hij zijn studie helaas niet af kunnen maken.

Zijn vrouw vraagt of ik hun huis koud vind. Koud? Nee, helemaal niet. Hij vertelt dat het bij hen niet snel koud is omdat ze tussen twee woonlagen inzitten. De buren stoken ook een beetje voor hen. Ze onderbreekt hem en zegt: Nee, je vergist je. Het zijn mijn hart en mijn liefde voor jou die het hier verwarmen. Hij lacht en zegt tegen mij: ‘daarom houd ik nou zo van haar’.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *