Print Friendly, PDF & Email

Haar zoon is binnenkort jarig. Hoe oud hij wordt, weet ze niet meer. Hoe oud ze zelf is, weet ze maar al te goed. Honderd en één. Ze zit in haar stoel. Rollator in de buurt. Het gaat redelijk goed. Ook al weet je niet echt wat er in haar omgaat. Het verdrietige gevoel dat ze regelmatig heeft is met de donkere dagen vertrokken. De lente doet haar goed.

Haar zoon komt elke week op bezoek. Het is altijd zwaar voor hem om zijn moeder zo te zien. Er is bijna geen gesprek. Ze heeft niets te vertellen. Haar lege leven vult haar hoofd met lucht. Haar woorden zitten in een heel klein hoekje. Af en toe ontsnappen er een paar. ‘Hoe was je verjaardag?’, vraagt ze opeens. Ze weet niet meer dat zijn verjaardag nog moet komen en dat ze ook is uitgenodigd op het feest. Hoofdgast. Haar zoon heeft vervoer geregeld. De verzorging gaat zorgen. Zodat het goed komt. Ze doet alleen de lunch.

Het bezoek zit er weer op. De zoon gaat naar huis. Lichtelijk vermoeid. Zwijgen is vaak vermoeiender dan praten. Alles is geregeld voor het feest zaterdag. Dat voelt goed. Hij heeft er zin in. Vijfenzeventig.

Hij is op de plaats van bestemming. De zaal wordt nog wat feestelijker gemaakt. Ballonnen en slingers. Er staan al mooie veldboeketten. Boterbloemen, grassen, wat fluitenkruid en koolzaad bewijzen dat de jarige een lentekind is. De gasten komen binnen. Ze dragen ballonnen, enorme zevens en enorme vijven. Het kan niemand ontgaan hoe oud hij wordt.

Zijn telefoon gaat. Op de achtergrond hoort hij zijn moeder roepen. Wat is dit? Wie bent u? Wat gebeurt er? De chauffeur belt om te vragen wat hij moet doen. Ze wil niet mee en is bang. De verzorging zorgt niet. Geen extra kleren, geen rolstoel en geen verschoning. Voor het geval dat.

Er komt een auto het terrein oprijden. Daar zit ze. Als ze haar zoon ziet, is het goed. Ze strompelt achter haar rollator aan richting feestzaal. ‘Ik moet plassen’, horen we luid en duidelijk. Een omweg via de wc volgt. Ze is op tijd.

De 101-jarige wordt de bezienswaardigheid en de held van de middag. De jongste meisjes staren haar met open mond aan. Ze weet niet wie ze zijn maar ze geniet van hun aandacht. Ze zit er rustig bij en lijkt het hele gezelschap in zich op te nemen. Ze voelt de vrolijkheid die er is haarfijn aan. Na ruim een uur is de chauffeur er weer. Via de wc wordt ze de auto in geholpen. Geen angst, geen geschreeuw maar met een glimlach en diep onder de indruk.

Toen ze thuis was had ze nog steeds een lach op haar gezicht en zei: ‘Ik heb het zo leuk gehad gisteren bij mijn zoon’. Speciaal genoteerd in haar dossier.

De wonderen zijn de wereld nog niet uit.

2 Replies to “Vijfenzeventig jaar”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *