Het hofje is verlaten. Nergens slingert een vergeten fietsje of step. Soms komt er een oma om de hoek om de planten bij zoon of dochter water te geven en de brievenbus te legen. Het is vakantie. De gezinnen zijn weg. Het hofje is ingeruild voor een andere plek. Hun huis ruilen ze in voor een boot, een tent of een tijdelijke bungalow. Mijn jongste zoon en zijn gezin zijn ook vertrokken.
Hoe ging dat vroeger bij ons? Wie gaf bij ons de planten water? Een buurvrouw? Niet waarschijnlijk. Mijn moeder had liever geen pottenkijkers in huis. Later, toen mijn post en planten een helpende hand nodig hadden, was daar altijd Atie. Ook de cavia en het konijn ving ze liefdevol op. De beste en liefste buurvrouw ooit.
De foto’s komen met regelmaat binnen. Het zijn vrolijke, zonnige plaatjes. Twee kleine meisjes aan de rand van het zwembad. Twee kleine meisjes met een ijsje. De hoosregens met hagelstenen bereiken wel Italië maar hen gelukkig niet. Mijn zoon neemt foto’s van de mensen die selfies maken. Selfies met de toren van Pisa. Alsof het een beroemde voetballer is.
Bij ons is de vakantie voorbij. Het fotoboek met de vakantiefoto’s en bijbehorende verhalen ligt op tafel. IJsland is verleden tijd. Schitterend land. Schoonheid. Rust. Verlaten landschap.
Het is vrijdag. De meisjes zijn weer thuis. Volgende week begint de school. Ze hebben er zin in. Zes weken is lang. Het is nog stil op het hofje. Een autodeur slaat dicht. Kinderstemmen. Twee vuisten bonken hard op de deur. Weg zijn de meisjes. Hoera, er wordt gedanst en geknuffeld. Ze rennen door het huis en door de tuin en weer terug naar het hofje. De grote thuiskomst is begonnen. Aan het begin van de middag is bijna iedereen terug. Het aantal dansende kinderen groeit met het uur. Wat een vrolijkheid. Wat een schouwspel. Ze weten precies dat er nog één meisje mist. Die komt morgen. Dan rent en danst ze ook mee. De fietsen liggen weer op straat. Met de rust van de trampoline is het gedaan. Iedereen geniet mee en neemt de tijd om bij te praten. Het is feest. Het hofje leeft weer. Gelukkig staan de planten er goed bij dit jaar.