Het is lang geleden dat wij met mijn vader tegen het eind van de middag gingen wandelen. Het was vijf December en nog lang niet donker. Dat werd een lange middag want Piet kwam pas als het donker was. Wandelen dus. Mijn zus aan de linker- en ik aan de rechterhand van mijn vader. Mijn broer liep in de buurt. Een blokje om. De straat uit, langs speeltuin ‘De Pan’ en via de van Bemmelenlaan weer terug. Een klein uurtje wandelen. De tijd vloog met de raadselspelletjes van mijn vader. Hij was er goed in en het drukte het wandeltempo een beetje. Vlakbij huis zwaaide de voordeur open. Mijn moeder was blij dat wij er waren. Ze had boven op de studeerkamer een hoop herrie gehoord en durfde niet te gaan kijken. Wij moesten het doen. Doodeng. We deden de deur open. De gordijnen wapperden naar binnen. De ramen stonden wagenwijd open. Er lag allemaal aarde op de grond, moddervoeten op het kleed en de zak met cadeautjes lag half open in een hoek. Piet had duidelijk in de stress gezeten maar het was dit jaar weer gelukt. Het werd een mooi feest.
Voor mijn moeder was de sinterklaastijd altijd moeilijk. Zij vond het vreselijk om tegen ons te liegen. Ze wilde open kaart spelen. Ons vertellen dat wij volledig voor de gek werden gehouden. Mijn vader dacht er anders over. Dus speelde zij het spel mee. Een paar jaar later vertelde ze ons met tussenpozen dat het allemaal anders was dan wij dachten. Mijn broer was onthutst, ik in tranen en mijn zus boos.
Sinterklaas bleef belangrijk in mijn leven, ook al kreeg hij een andere rol. De stress lag niet langer bij Piet maar bij mij. Ik kreeg kinderen, twee jongens, en een nieuw huis. De jongste zong het hele jaar sinterklaasliedjes en wilde persé de zolderkamer omdat Piet daar makkelijk naar binnen kon. De oudste vroeg zowat het hele speelgoedboekje dat begin november al in de brievenbus werd gedeponeerd. Sinterklaas kwam en ging, er waren optochten en hij kwam op school. Voor moeilijke vragen over zijn alomtegenwoordigheid hadden wij onze leugens klaar. Wij logen er op los en voelden ons er niet schuldig over. Sint kon alles.
Nu zijn er kleinkinderen. Twee wonen er in Engeland. Gelukkig komt de Sint ook bij hen. Mijn kleinzoon maakt zijn eigen speelgoedboekje en mijn kleindochter laat Sinterklaas zelf kiezen. De twee in Nederland wijzen de weg aan Sinterklaas en zijn paard door stickers op muren en ramen te plakken. Ook hier klinken het hele jaar de sinterklaasliedjes. Sint komt en gaat en hij bezoekt hun school. Er was ook een optocht, een doorstroomoptocht. Ik stond daar met mijn twee jongste kleindochters. De spanning stond op hun gezichten. Sinterklaas en zijn Pieten stroomden zo goed door dat er flinke gaten vielen bij het uitdelen van de pepernoten. Een van de twee kreeg niets. Vol ongeloof keek ze naar haar hand waar niets in zat en toen naar de hand van haar zusje. Die zat vol. Er kwamen tranen. Even was Sinterklaas niet zo leuk en Piet was helemaal erg. Ik stond met een mond vol tanden. Geen leugentje bij de hand.
De pepernoten zijn in tweede instantie door Piet bij mijn kleindochter afgeleverd. Alles weer goed.
Leve Sinterklaas!