Sinds een jaar werk ik als vrijwilliger voor Motto. Wij bezoeken oudere mensen die hebben aangegeven graag eens iemand op bezoek te krijgen om te praten over wat hen ook maar bezighoudt. Zo kwam ik in contact met mw S., drieëntachtig jaar oud. Vanaf zesentwintig augustus ga ik elke woensdagochtend met veel plezier naar haar toe. De koffie mét wat lekkers staat altijd klaar. Voordat ik de eerste keer naar haar toe zou gaan, hadden we al via de telefoon met elkaar gesproken. Ons gesprek liep meteen lekker. Dit zou wel eens een mooi contact kunnen worden.
De eerste ontmoeting was direct bijzonder. Ik belde om 10.00 uur bij haar aan. De deur zwaaide open en daar stond een mooie, goed verzorgde vrouw. Smaakvol gekleed, prachtige oorbellen. Goedemorgen, klonk het luid en duidelijk. “Ik heb een heel bijzondere verrassing voor je. Ik vertel je er straks over. Gaan we buiten of binnen zitten?” Ik koos voor buiten. Ze reageerde met de mededeling dat Baba liever had dat wij binnen gingen zitten, maar onze keus voor buiten niet erg zou vinden. Huh? Wie was Baba? Was het misschien haar partner? Het zou niet lang duren voordat ik kennis met hem maakte. Het was prachtig weer en het was buiten veiliger dan binnen, zeker als het om virussen ging. De koffie werd ingeschonken, de taart, omdat het de eerste keer was, stond ernaast.
En toen begon ze te praten. Ze vertelde me eerst wat de verrassing was. Ik zou een zegening van Baba krijgen en ze zei erbij dat dat heel bijzonder was. Ik besloot om er gewoon in mee te gaan. Ik wilde ervaren wat het was. Ze zag erg tegen de winter in Nederland op. Eenendertig jaar lang bracht ze jaarlijks zes maanden deels in Puttaparthi door. De stad waar Sai Baba, “haar” god, zetelde. Aha, nu wist ik wie Baba was.
Dat haar leven bijzonder zou worden, stond al vanaf haar geboorte vast. Ze werd geboren in een jeugdherberg. Haar moeder was de jeugdherbergmoeder. Die hield de boel draaiende én zorgde voor S. Haar vader werkte als vertegenwoordiger bij Philips. Op de eerste foto in een prachtig babyboek dat haar moeder voor haar gemaakt had, zat een levende aap in haar wiegje. Het aapje was gebruikt voor een reclameposter van Philips en mocht daarna mee naar de jeugdherberg. Lang heeft hij er niet gewoond. Dat de bessen in de tuin giftig waren, had hij nooit geleerd. Op een dag lag hij dood in de tuin.
Haar verhalen gaan door. Haar ouders scheidden toen ze drie was, haar moeder overleed toen ze twaalf was. Haar stiefvader zorgde zo goed mogelijk voor haar maar hij had een eigen zaak en kon er niet de hele dag voor haar zijn. Ze deed haar middelbare school één jaar vanuit een internaat, ging een jaar naar de vormingsklas en verkende daarna de wereld. Ze werkte als au pair in Engeland en Frankrijk. Eenmaal terug in Nederland deed ze de verpleegstersopleiding in de Boerhaavekliniek in Amsterdam, gevolgd door de Kraam-Kinderaantekening en de Wijkopleiding. Na haar opleiding ging ze voor twee jaar op uitwisseling naar Amerika en reisde het hele land door met de Greyhound, de bus die je spotgoedkoop ($99 for 99 days) overal naar toebracht. Honderden mensen ontmoette ze, honderden verhalen horen daarbij. Ze trouwde er, scheidde weer, ging terug naar Nederland en ging werken als wijkverpleegster, haar passie. Trouwde weer, kreeg een dochter, scheidde weer en werkte de hele week als wijkverpleegster om in haar bestaan en dat van haar dochter te kunnen voorzien.
Maar dan gebeurt het. Ze is inmiddels vijftig jaar oud en komt in contact met Sai Baba, een Indiase goeroe. Ze reist weer de hele wereld over, maar nu in zijn opdracht. Ze leert kennis te maken met de verschillende geloven. Ze reist naar Pakistan en helpt daar met de bouw van een school, ze bezoekt verschillende gebieden in India, Sri Lanka, Nepal, Australië, Nieuw Zeeland en Zuid Afrika . Ze helpt de armen, verpleegt de zieken en bezoekt intussen de ashram, het klooster van Sai Baba. Ze is zijn volgeling maar ook zijn helper. Ze heeft een eigen eenvoudig appartement vlakbij de ashram. Elke dag krijgt ze raadgevingen, adviezen en opdrachten van hem door, voor haarzelf maar ook voor anderen. In wat of wie je gelooft is niet belangrijk. Hij is er voor iedereen. Dat benadrukt ze steeds weer. En ook nu heeft ze honderden verhalen.
Intussen luister ik met open mond naar haar avonturen en geniet met volle teugen. Het is inmiddels al half twaalf. Ik sta op om weg te gaan. Je krijgt nog een zegening, zegt mw S. Op haar verzoek deed ik mijn schoenen uit om zo een beter contact met de aarde te krijgen. Ik mocht ergens in de woonkamer gaan staan. Heel stil met gesloten ogen. Het was goed. Mijn ogen mochten weer open en mijn schoenen weer aan. We namen afscheid. Ik was onder de indruk van haar en haar verhalen. Het duizelde me. Wat had ik allemaal gehoord en hoe kon ik dat allemaal onthouden? Wat een bijzondere ochtend was dit geweest en wat was de tijd omgevlogen. Eerst alles maar eens op een rijtje zetten.
Dit jaar kan ze door Covid 19 niet naar India en vreest ze de grijze, koude, lege dagen hier in Nederland. Maar Baba houdt haar aan het werk. Ze brengt nu de Indiase warmte naar zieke of eenzame buren waardoor hun dagen minder grijs en koud zijn. Niet opdringerig en met respect voor iedereen. En nu, zo dichtbij huis, beleeft ze weer avonturen en ik ben de gelukkige die ze allemaal mag horen. Het is er nooit grijs, koud of leeg en er is altijd koffie met iets lekkers erbij.
wat ontmoet je toch een boeiende mensen.
Weer een bijzonder verhaal! Wat een kleurrijke dame!