23 maart 2020
Als we net een beetje zijn bijgekomen van de eerste maatregelen in Coronatijd, krijgen we alweer nieuwe voor de kiezen: geen Koningsdag en Dodenherdenking dit jaar, alle evenementen worden tot 1 juni afgeblazen. We moeten zoveel mogelijk thuis blijven en mogen uitsluitend nog alleen naar buiten. En dan komt de ergste, de kappers moeten per direct dicht!
Dezelfde avond gaat mijn telefoon. Ik weet meteen wie het is. Het is Tim, mijn kapper. Hij hoeft niets meer te zeggen. Ik weet ook zonder woorden dat mijn afspraak voor morgen niet doorgaat. Het wordt een zware periode voor hem en iets minder voor mij.
In het woonzorgcentrum van moeder H. zit een kapper. Het is misschien wel de belangrijkste plek voor haar. Moeder H. is 97 en verzorgt zich nog goed. Haar kapsel is daar een belangrijk onderdeel van. Als het haar niet goed zit, voelt ze zich onzeker en onplezierig. Daarom gaat ze elke week.
Op 12 april, Eerste Paasdag, rijden we met een bak bloeiende planten naar Rijswijk waar ze opgesloten zit in haar kamer. We mogen niet op bezoek en geven de planten bij de receptie af. We kunnen haar alleen van buitenaf toezwaaien als zij voor het raam van haar kamer gaat staan, op de derde verdieping. Ze mag wel in haar eentje op de gang wandelen en op geblokte tijden in de tuin zitten, maar ze piekert er niet over om dat te doen. Er is namelijk iets goed mis. De kapper is al in geen tijden geweest. Zij vindt dat ze er belachelijk uitziet. Met zo’n kapsel, het haar strak achterover gekamd, wil ze zich onder geen beding vertonen. De kapper komt voorlopig niet. Ze gaat pas naar buiten als haar haar weer goed zit. Ze houdt heel erg van de zon, die ongelofelijk zijn best doet haar naar buiten te lokken. Maar zelfs die krijgt het niet voor elkaar! We zwaaien naar haar. De tranen prikken in onze ogen.
Het is 12 mei en de kappers mogen weer open. Twee keer raden wie er als eerste bij de kapper zaten. Moeder H maakte meteen een afspraak en werd even later door de kapper van haar kamer opgehaald. Ik ging naar Utrecht. Met een bos bloemen voor Tim omdat hij inmiddels een eigen huis had, fietste ik weg. Het was nog steeds prachtig weer. Maar het voelde vreemd. Het was stil in de stad.
Ja, hij was verrast door de bloemen, maar het gevoel dat ik had toen ik daar weer binnenstapte, kan ik moeilijk beschrijven. Ik was zo ontzettend blij en tegelijkertijd had ik ook een brok in mijn keel. Het voelde als een soort bevrijding om daar weer te staan, na een lange periode van weinig mensen zien en spreken.
Toen ik in de stoel zat, kwam er een vrouw binnen. Jonge en vrolijk. Ze hoefde niet geknipt te worden, maar kwam iets kopen. Tim ging haar helpen. Ik moest even wachten. Geen punt, want dan kon ik goed horen waar ze het over hadden. Ze wilde een mousse hebben voor haar eigen haar en verf voor het haar van haar zoon. “Moet het weer de zwarte verf zijn”, vroeg Tim. “Nee, hij wil het nu paars maken.” zei de vrolijke moeder. Ik ging me er ook mee bemoeien. Hier werd ik helemaal blij van. “Wat geweldig dat u paarse verf voor uw zoon koopt”. “Ja”, zei Tim “en daar komt ze dan ook nog eens helemaal voor uit Houten fietsen!” Alleen leuke moeders fietsen naar Utrecht om paarse haarverf voor hun zoon te kopen. We hadden daarna nog een heel gesprek met elkaar. Er waren genoeg overeenkomsten. En wat hebben we gelachen.
Toen ik kortgeknipt wegging zei Tim dat hij hoopte dat mijn zoons mijn kortere coupe zouden goedkeuren. Hij weet hoe ze zijn. “Ze mogen blij zijn dat ik het niet paars heb laten verven”, antwoordde ik. Dat zou ik eigenlijk stiekem heel graag willen.
Intussen zit moeder H mooi gekapt weer in de zon en zie ik er zelf ook weer veel beter uit. Voor ons hebben kappers echt een cruciaal beroep!
Oh ja! ik heb de foto van oma nog waarop ze heel in de verte voor het raam staat met haar haar strak naar achteren! In al die 41 jaar had ik haar nog nooit met plat haar gezien, echt bizar. Ik snap dat het voor ‘haar’ vreselijk was. Gelukkig zit het nu weer lekker fluffy:) Heerlijk verhaal weer!
ja, dat was echt sneu voor haar.