19 maart 2020
H. bracht het horloge van zijn moeder naar de juwelier. Er moest een nieuw batterijtje in. In de pre-coronatijd, een week geleden dus, kon je er gewoon op wachten. Horloge inleveren, even rondkijken in de winkel en na vijf minuten kon je met het weer lopende horloge naar huis. Wel betalen natuurlijk.
Maar nu ging het als volgt. De verkoopster hield een plastic zakje omhoog waar H. het horloge in moest laten vallen. Hij mocht de verkoopster én het plastic zakje niet aanraken. Vervolgens zou het horloge vijf dagen in een donkere kast doorbrengen. Daarna werd het nieuw batterijtje erin gedaan en ging het weer terug de donkere kast in, nu voor twee dagen. Na in totaal zeven dagen, kon H. het horloge weer ophalen.
Wie o wie kan mij deze verdeling van vijf en twee dagen uitleggen? Is het virus van H. langer besmettelijk (vijf dagen wachttijd) dan dat van de juwelier (twee dagen wachttijd)? Het klinkt volslagen krankzinnig. Los van dit mysterie hebben we nu sowieso een probleem, want moeder H zit in een verpleeghuis en mag geen bezoek meer krijgen. Daar zit ze dan de dagen af te tellen, alleen in haar kamer zonder haar virusvrije horloge, zoveel stille uren van alweer een saaie dag.